Identiteit is het geheel aan kenmerken, dat een school maakt tot wat zij is. Identiteit blijkt uit alles wat de school doet. In de praktijk betekent dit op onze school:

  • Het bieden van een veilige, liefdevolle omgeving, die stimuleert tot ontplooiing te midden van andere kinderen.
  • ‘Leven’ vanuit het besef, dat elk kind uniek is.
  • Kinderen voorleven, dat een mens er ook moet zijn voor de ander, dichtbij en veraf.
  • Elk kind te leren de ander te respecteren en te accepteren, ongeacht afkomst, ras, godsdienst of cultuur en de aarde te bewerken en te bewaren voor latere generaties.
  • Kinderen voorleven wat geloven is: samen bidden, samen verhalen uit de bijbel lezen, samen zingen.
  • Het doen ontwikkelen van een basisvertrouwen: je veilig en vertrouwd weten.
  • Het samen vieren van feesten, verspreid over het kerkelijk jaar.

Kernbegrippen zijn:

  • Hoop en perspectief,
  • Geborgenheid,
  • Rentmeesterschap,
  • Naastenliefde, die zich uit in solidariteit met zwakken in de samenleving, dichtbij en ver weg,
  • Samen delen en vieren.